dinsdag 29 juni 2010

Wat is orthomoleculaire geneeskunde?


Wat is het?

De term 'orthomoleculair' werd voor het eerst gebruikt in 1968, door professor Linus Pauling. Orthos komt uit het Grieks en betekent: juist, recht of gezond, en orthomoleculair staat voor: de moleculen betreffende. In de orthomoleculaire geneeskunde streeft men er dus naar met stoffen te werken die het lichaam zonder schade kan gebruiken en verwerken.

De rol van voeding

De wetenschap dat voeding een geneeskrachtige werking kan hebben stamt al van eeuwen geleden. Zo noemt Hippocrates (460-377 v Chr) meerdere malen de geneeskrachtige werking van voeding en hanteert Maimonides (1135-1204) de stelling dat: 'geen enkele ziekte die door dieet kan worden genezen, met andere middelen dient te worden behandeld'. Dit idee raakte op de achtergrond toen, vanaf ongeveer 1850 de chirurgie steeds grotere resultaten boekte en na de tweede wereldoorlog, de antibiotica als krachtig middel tegen infectieziekten ontwikkeld werden. Naast deze zeer effectieve behandelmethoden werd de invloed van voeding als ondergeschikt ervaren.
In het begin van de 20e eeuw werden steeds meer gebreksziekten ontdekt die genezen konden worden door het toedienen van één vitamine. Een voorbeeld is scheurbuik dat te voorkomen en te genezen bleek met vitamine C. Dat voeding meer invloed heeft dan alleen het voorkomen van de typische gebreksziekten wordt steeds duidelijker vanaf ongeveer 1960.
Sindsdien blijkt uit een groeiend aantal wetenschappelijke onderzoeken dat er wel degelijk een niet te verwaarlozen relatie bestaat tussen voeding en ziekten. Zo is inmiddels duidelijk dat slechte voedingsgewoonten een rol spelen bij het ontstaan van bijvoorbeeld kanker, hart- en vaat ziekten en ouderdomsdiabetes.

Voeding geeft niet genoeg

In de orthomoleculaire behandelwijze staat het streven voorop om met de voeding zoveel mogelijk nodige en nuttige voedingsstoffen binnen te krijgen en zo weinig mogelijk schadelijke stoffen. Helaas is het, ook voor een gezond persoon, bijna onmogelijk om via de voeding optimale hoeveelheden van bepaalde voedingsstoffen te consumeren. Het meest bekende voorbeeld hiervan is wel foliumzuur. Ook reguliere geneeskundigen adviseren nu gezonde vrouwen die zwanger willen worden, extra foliumzuur te nemen om de kans te verkleinen dat hun kind geboren gaat worden met een open ruggetje.
Zowel met het doel ziekten te voorkomen als met het doel ziekten te behandelen, kan het nodig zijn, naast een zo volwaardig mogelijke voeding, extra voedingsstoffen in de vorm van voedingssupplementen in te nemen. Voedingssupplementen zijn in feite tabletten of capsules die een hoog gehalte bevatten van stoffen die in geringere hoeveelheid ook in de voeding voorkomen. Dit kunnen zijn: vitamines, mineralen, aminozuren, essentiële vetzuren of enzymen, maar ook minder bekende groepen van stoffen zoals bijvoorbeeld de bioflavonoïden.
Orthomoleculaire voeding en voedingssupplementen kunnen in het algemeen zonder problemen gebruikt worden naast andere behandelingen zoals regulier geneeskundige behandelingen of bijvoorbeeld homeopathie. Toch kunnen soms orthomoleculaire middelen en reguliere medicijnen elkaars werking beïnvloeden. Het is daarom van belang dat een arts, apotheker of therapeut er van op de hoogte is wat u gebruikt.

Behandeling

Wanneer u naar een orthomoleculair arts of therapeut gaat, zal deze al uw lichamelijke klachten, maar ook vaak uw emotionele problemen willen weten. Verder zal uw behandelaar nauwkeurig willen weten wat u aan voedsel en drinken binnen krijgt. Daarbij is het ook belangrijk of er voedingsmiddelen zijn die u slecht verdraagt. Soms is het raadzaam te onderzoeken of er een tekort of een overmaat van bepaalde stoffen in het lichaam aanwezig zijn. Dit kan in bloed of urine gemeten worden. Er zijn ook artsen en therapeuten die andere soorten testen als onderzoek methode toepassen, zoals bijvoorbeeld kinesiologie of de VEGA-test.
Met alle verkregen gegevens zal de behandelaar een behandelplan opstellen en dit aan u voorleggen. Dit behandelplan zal veelal bestaan uit een dieet of een beperkter aantal voedingsadviezen. Daarnaast adviseert hij/zij u mogelijk om één of meerdere voedingssupplementen te gaan gebruiken (bron www.mbog.nl).

zondag 20 juni 2010

AXA NOVA natuurlijke werkzame producten voor de verzorging van spieren





Natuurlijke bestanddelen

De serie Axanova producten is met zorg ontwikkeld voor verzorging van de spieren. De bestanddelen zijn gebaseerd op natuurlijke werkzame stoffen en etherische oliën. Hierdoor is de werking snel en langdurig. De samenstelling is vetvrij en wordt volledig door de huid opgenomen, ideaal voor sporters. 
Handen en kleding blijven vetvrij.

Etherische olie




Etherische olie wordt ook wel aromatische, vluchtige of essentiële olie genoemd. De etherische oliën zijn vluchtige oliën gewonnen uit planten.
Het woord etherisch komt van het Griekse aither. Letterlijk betekent aither lucht van de hemel. Met aitherduidden de Grieken de onderste laag van de kosmos aan. Soms wordt het wel "aetherische oliën" gespeld. Het begrip "essentiële oliën" is een anglicisme ("essential oils").
Etherische oliën kunnen uit verschillende delen van een plant worden gewonnen, bijvoorbeeld de bloesem, de vrucht, het zaad, de bladeren, de schil, of het hout (van stam, takken of wortels). Soms bevatten verschillende delen van een plant verschillende etherische oliën.
Sommige soorten etherische olie zijn vrij duur. Dit komt omdat er soms veel planten voor nodig zijn om een kleine hoeveelheid olie te produceren. Een goedkope olie is bijvoorbeeld sinaasappelolie, omdat de schillen van sinaasappels een afvalproduct van de sapindustrie zijn. Duur is bijvoorbeeld rozenolie, omdat er enorm veel speciaal voor de olie gekweekte rozen nodig zijn om een beetje etherische olie te produceren.


Winning van etherische oliën
Etherische olie wordt op verschillende manieren gewonnen. De meeste etherische olie wordt gewonnen door middel van stoomdestillatie. Hierbij wordt stoom door de te verwerken plantendelen geleid. De etherische olie vervliegt met de stoom. Nadat de stoom is afgekoeld tot water kan de etherische olie hiervan worden gescheiden door het verschil in dichtheid tussen de olie en het water.
Een methode die bij citrusvruchten gebruikt wordt is de koude persing. Hierbij wordt de oliehoudende schil van de plant uitgeperst en wordt zo de olie gewonnen.
Uit enkele, voornamelijk harsachtige stoffen, wordt de etherische olie gewonnen door droge destillatie. Hierbij wordt de vaste stof voorzichtig verwarmd, waarbij de etherische olie verdampt. Deze damp wordt vervolgens gecondenseerd.
Andere methodes zijn:
  • extractie, maar strikt genomen ontstaat dan geen etherische olie, maar een extract, absolue of concrete.
  • enfleurage, hierbij ontstaat eigenlijk een pommade in plaats van een etherische olie. Deze methode wordt niet of nauwelijks nog toegepast vanwege de hoge kosten
Gebruik van etherische oliën
Etherische olie wordt op verschillende manieren gebruikt:
Als geneesmiddel
Er zijn een paar honderd soorten etherische oliën die gebruikt worden voor hun geneeskrachtige werking. Met name in de aromatherapie die helemaal gebaseerd is op het gebruik van etherische olie, om doorbloeding te stimuleren en om de verkoelende werking.
Als geurstof
In cosmetica, schoonmaakmiddelen, massage-olie en luchtverfrissers worden veel etherische oliën gebruikt. Een geurstof voor gebruik in cosmetica bestaat gemiddeld voor 30% uit etherische olie. Daarnaast wordt etherische olie onvermengd of vermengd gebruikt als te verdampen geurstof in een aromabrander, in de sauna of een stoombad.
Als smaakstof
Vele levensmiddelaroma's zijn geheel of gedeeltelijk opgebouwd uit etherische olie. Voorbeelden zijn sinaasappelolie voor sinas en andere limonades. Pepermuntolie voor de snoepgoed en kruidnagelolie in soepen en sausen.
Als conserveermiddel
Sommige etherische oliën hebben een conserverende werking, bijvoorbeeld wintergreenolie.


Natuurlijke bestanddelen die gebruik worden in Axanova producten

 wintergruenoel




Wintergroenolie 


Wintergroen (Pyrola) is een geslacht van kruidachtige, groenblijvende planten uit de heifamilie (Ericaceae).De botanische naam Pyrola betekent peer (Pyrus) en verwijst naar de peervormige bladeren van sommige soorten.

De planten hebben een karakteristieke geur door de productie van methylsalicylaat. Het zijn vrij kleine planten, met rozetvormige, ronde of ovale bladeren. De plant vormt een stengel die een tros met enkelvoudige, witte, crèmekleurige of roze bloemen draagt. Het onderscheidende kenmerk van Pyrola-soorten is de stijl die vaak gekromd is, voorbij de kroonbladen uitsteekt en waarvan de stempel vertakt is.  



 

Sinaasappelolie

De sinaasappel (in Zuid-Nederland en Vlaanderen ook appelsien genoemd) is de vrucht van de sinaasappelboom (Citrus sinensis), die tot het geslacht Citrus behoort. De vrucht wordt ook wel zoete sinaasappel genoemd, om hem te onderscheiden van de zure sinaasappel (Citrus aurantium). De boom werd vroeger in een overwinteringsvertrek gehouden, vandaar de naam oranjerie.

De sinaasappel wordt in Nederland en Vlaanderen vaak uit Spanje geïmporteerd. De sinaasappel verkleurt tijdens rijping van groen naar oranje, maar soms worden de vruchten kunstmatig oranje gekleurd. Bij bomen die in de tropen groeien echter, blijft de vrucht groen of groengeel, ook als ze rijp is. Dat komt omdat er voor de oranje kleur koele nachten nodig zijn, die ontbreken in de tropen. De kleur van de schil heeft geen enkele invloed op de smaak.

Het vruchtvlees is licht oranjegeel van kleur, met een typische frisse smaak. Er bestaan ook sinaasappels met rood vruchtvlees, de bloedsinaasappels.

De sinaasappel komt oorspronkelijk uit China, waar ook de naam vandaan komt (china-appel) en diende vroeger vooral ter decoratie.

Sinaasappels worden gegeten of geperst tot sinaasappelsap. De vrucht is ook een grondstof voor limonade zoals ranja. De schil wordt voor marmelade gebruikt en als smaakmaker in gebak en witbier.

Handsinaasappels komen gewoonlijk uit Europa en perssinaasappels uit Brazilië.

 

Arnika

Valkruid of wolverlei (Arnica montana) is een meerjarige plant, die behoort tot de composietenfamilie (Asteraceae). De soort staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als zeldzaam en zeer sterk afgenomen. De plant is ook wettelijk beschermd in Nederland. De plant komt voor in het oosten van Nederland. De plant komt van nature voor in de Alpen, Pyreneeën en in het oosten tot de Balkan en en in het noorden tot Zuid-Scandinavië.

De plant wordt 20-45 cm hoog met een niet of weinig vertakte stengel. De tegenover elkaar staande bladeren zijn 2-4 cm breed. De onderste bladeren zijn elliptisch tot omgekeerd eirond-lancetvormig en het bovenste paar bladeren is lijn-lancetvormig.

Valkruid bloeit in juni en juli met oranje-gele, geurende bloemen. De bloemhoofdjes zijn 6-8 cm breed en hebben een bolle, behaarde bloembodem. De pappus heeft een rij haren. De vrucht is een nootje.

Valkruid komt voor op droge tot vochtige, matig arme grond in heidevelden, schraalgraslanden en op brandplekken in het bos.

Onderzoek heeft uitgewezen dat de flavonoïde in valkruid de doorbloeding van de kransslagaders bevordert en zo het hart beter laat functioneren.

Omslagen met een aftreksel van valkruid kunnen gebruikt worden bij spierpijn, bloeduitstortingen en zere plekken. De concentratie mag echter niet te hoog zijn, omdat het anders de huid irriteert. Ook kan een aftreksel van de bloemen gebruikt worden. Bloemen van valkruid bevatten etherische oliën, flavonoïden en sesquiterpeenlacton van het helenalinetype.

Valkruid wordt veel gebruikt in de fytotherapie. Verder komt valkruid voor in tandpasta, haarwater en ander cosmetische producten. Valkruid wordt wel in middeltjes tegen alopecia androgenetica, een vorm van kaalheid, gebruikt.

 

Menthololie   

Menthol is de triviale naam van de chemische stof (eigenlijk: een aantal stereo-isomeren) met als IUPAC-naam: 5-methyl-2-(1-methylethyl)-cyclohexanol.




In de natuur komt vooral L-menthol (synoniem: (-)-menthol) voor in o.a. pepermuntolie, planten van de Mentha familie (Mentha piperita, Mentha arvensis), enz. Pepermuntolie bevat 35 à 60 % menthol. L-Menthol kan worden verkregen door extractie uit planten, maar menthol-isomeren worden ook synthetisch bereid. De wereldwijde productiecapaciteit werd geschat op ongeveer 13.600 ton/jaar (in 2001), waarvan ongeveer 1/4e langs synthetische weg verkregen.
    Het zijn witte poeders met een muntreuk. De fysico-chemische parameters van L-Menthol (voor D-menthol zijn ze gelijkaardig) zijn. L-menthol, D/L-menthol en (ruw) menthol wordt veel gebruikt als smaakmiddel, desinfecterend of verkoelend middel in snoepgoed, likeur, kauwgum, en andere voedingswaren; in tabak, tandpasta, cosmetica (o.a. huidcrèmes, aftershave, shampoo, scheerschuim.) en in (dier)geneeskundige bereidingen zoals hoestpastilles, zalven e.d.. D-menthol wordt niet commercieel gebruikt.Verwerkt in zalf is het bijvoorbeeld in Azië reeds enkele eeuwen bekend. Daar gebruikt men de zalf met menthol onder andere bij hoofdpijn, muggen- en insectenbeten en flatulentie. De menthol in de zalf heeft een licht verdovend effect, zodat de insectenbeten minder gevoeld worden na toedienen van de zalf. Bij flatulentie maskeert de sterke geur de stank. Afhankelijk van de samenstelling heeft de zalf een verwarmend of verkoelend effect op de huid. Bij spierpijn waarderen mensen vooral het verwarmend effect en in de tropen waarderen mensen het verkoelend effect ervan om op zeer warme dagen extra snel af te koelen.



            

    Sparnaaldenolie 

    Spar (Picea) is een geslacht van naaldbomen, dat belangrijk bijdraagt aan de bossen op het Noordelijk Halfrond. Verschillende soorten van het geslacht Spar staan niet alleen in het bos, maar worden ook gekweekt voor de sier. Voor sierdoeleinden zijn er kweekvormen met alle mogelijke vormen, zoals bol, piramide, dwerg en treur.




    De bomen behouden het hele jaar door hun naalden.
    De spar is van de Den (Pinus) te onderscheiden doordat de naalden bij de spar afzonderlijk en bij de den bij elkaar staan. Ook heeft de spar platte, driehoekige of vierhoekige naalden en de den ronde. Bij de Fijnspar staan de naalden rondom de twijg. Bij de Zilverspar (Abies) en de Douglasspar (Pseudotsuga), die tot andere geslachten behoren, staan ze in hetzelfde vlak in twee rijen aan weerskanten van de twijg. Integenstellling tot de zilverspar (Abies) komt bij de spar (Picea) een deel van de bast mee als een naald wordt uitgetrokken. Er zit bij de spar dus altijd een vlaggetje aan de losgetrokken naald.
    De takken staan in kransen rondom de stam. De zijtakken staan in twee rijen min of meer tegenover elkaar.
    De naalden van vele soorten aan de horizontale takken zijn zodanig omgekeerd dat de onderkant naar boven wijst. De bovenkant is dus eigenlijk de onderkant.
    De leerachtige kegels hangen aan de takken en kleuren in de herfst bruin. De zaden zijn dan rijp, maar kunnen pas uit de kegel vallen als de schubben uit elkaar gaan staan wat pas in het volgend voorjaar gebeurt. In de daaropvolgende herfst vallen deze kegels dan af.
    Van bepaalde sparrensoorten kan hars en terpentijn gewonnen worden. De hars wordt verwerkt in balsems tegen reumapijn en longaandoeningen. Ook kan van het vocht uit de naalden en takjes met toevoeging van gember, hop, stroop of suiker en gist sparrenbier gemaakt worden. Dit bier werd vroeger op de zeilschepen gedronken als middel tegen scheurbuik.



     





    Citroenolie




    De citroen (Citrus medica, synoniem: Citrus limon) is een gele citrusvrucht met een zuresmaak die veroorzaakt wordt door het aanwezige citroenzuur dat ook in veel andere citrusvruchten voorkomt.
    De citroen bevat veel vitamine C en wordt in kleine hoeveelheden in veel gerechten gebruikt als smaakmaker, maar ook in gebak zoals cake. Daarvoor is ook geraspte citroenschil goed bruikbaar.
    Uit de schil van de citroen wordt door persing of stoomdestillatie een etherische olie bereid die veel gebruikt wordt in parfum, waaronder eau de cologne, andere cosmetica en in limonades en snoepgoed.




     

    Rosemarijnolie

    Rozemarijn (Rosmarinus officinalis) is een houtachtige plant uit de lipbloemenfamilie (Lamiaceae). De winterharde plant is oorspronkelijk afkomstig uit Zuid-Europa en Klein-Azië. De botanische naamRosmarinus betekent letterlijk: dauw der zee. Deze naam verwijst waarschijnlijk naar het feit dat de altijd groene struik met name langs de kust groeide.



    De plant heeft een aromatische geur en wordt veel gebruikt om badkamer-producten van een geur te voorzien. Thee van de bladeren, tinctuur van de bladeren, bad van bladeren rozemarijn is aangewezen bij asthenie. Asthenie is algehele lichaamszwakte, veroorzaakt door ernstige ziekte. Vormen zijn Myasthenie als het spierzwakte betreft. Als het zeer ernstige lichaamszwakte betreft, met een algehele extreme vermagering, spreekt men van cachexie.

    Rozemarijn is een oud middel voor de versterking van het geheugen en het is een symbool voor vriendschap en trouw. Rozemarijn hing samen met niet vergeten: men gaf takjes aan geliefden die op reis gingen en droeg kransen bij bruiloften. Restanten van Rozemarijn vond men al terug bij de Egyptenaren in de piramiden, waar het kruid als heilig aangeschreven stond. Ook bij de Grieken en de Romeinen waar het symbool stond voor liefde, vriendschap en trouw. Het plantje werd bij huwelijks en geboorte rituelen gebruikt. Anna van Kleef droeg een krans van Rozemarijn toen ze met Hendrik VIII huwde. In de oudheid was Rozemarijn, net als de meeste aromatische kruiden verbonden aan de cultus van Aphrodite/Venus. De Oude Grieken associeerden de sterke geur met de liefde en gebruikten rozemarijn bij bruiloften. Ook geloofden de Grieken in de versterkende werking van de hersenen en het verfrissen van het geheugen; tijdens examens deden zij een takje rozemarijn in het haar.
    Rozemarijn is een groenblijvende heester. De takken kunnen 0,5-1,5 m lang worden. De lijnvormige bladeren zijn zittend en aan de onderkant grijs. De plant bloeit in Nederland van april tot juni met 1-1,2 cm lange, blauwviolette maar soms witte, bloemen.
    Vermeerdering: Het zaad van rozemarijn is geelbruin, vettig en klein. Zaaien kan in de lente in een broeikas of buitenshuis in de zomer plaatsvinden. De ontkieming is onregelmatig Het zaad heeft een temperatuur van minstens 21 °C nodig om te ontkiemen. De beste manier om rozemarijn te vermeerderen is door stekken of afleggers. Stekken kan door in augustus topstekken te nemen en met of zonder stekpoeder in stekgrond te zetten.
    Rozemarijn wordt verplant als deze groot genoeg is om te hanteren, op 60 tot 90 cm van elkaar. De plant kan binnenshuis in een bak worden gekweekt op een zonnige plaats.





     

    Eucalyptusolie

    Eucalyptusbomen groeien oorspronkelijk in Australië (en aangrenzende gebieden).
    Afhankelijk van de omschrijving van het geslacht wisselt ook het aantal soorten. In de ruime zin zijn er meer dan 600 verschillende soorten eucalyptusbomen. In hun oorsprongsgebied vormen ze de overheersende loofbomen. De eucalyptusboom is een snelle groeier en daarom wordt hij ook in andere subtropische en tropische landen aangeplant voor de houtindustrie. Op enkele soorten na is de eucalyptusboom niet wintervast. In Europa komt deze boom voor in de landen rondom de Middellandse Zee.
    Ook aan de westkust van Engeland en Schotland kan de boom overleven. Doordat hij zo snel groeit trekt de boom veel water uit de grond en kan hij moerassen opdrogen. Met deze techniek is geprobeerd de malariamug te bestrijden. Daarnaast is eucalyptushout ook nog bestendig tegen termieten. Het wordt voornamelijk gebruikt voor de vervaardiging van papier. Als bouwhout is het minder geschikt omdat het krimpt en zwelt bij verandering van de luchtvochtigheid. De eucalyptusboom produceert ook een aromatische olie. Deze olie wordt uit de bladeren gehaald en wordt gebruikt voor inhalatie bij verkoudheid om de luchtwegen vrij te maken. Vooral bij temperaturen van meer dan 30°C is deze olie erg brandbaar en vaak de oorzaak van hevige bosbranden.
    De volgende soorten eucalyptusbomen worden in een apart artikel behandeld:
    • Blauwe gomboom (Eucalyptus globulus)
    • Cidergomboom (Eucalyptus gunnii)


     

     Glucosamine

    Glucosamine is de algemeen aanvaarde triviale naam voor 2-amino-2-deoxy-alpha- en -beta-D-glucopyranose. Het is een bouwsteen van belangrijke onderdelen van kraakbeen en de gewrichtsvloeistof en het wordt daarom veel ingezet als behandelmethode bij artrose.
    Glucosamine is in Nederland sinds 2005 geregistreerd als niet-receptplichtig geneesmiddel voor verlichting van de klachten bij milde tot matige artrose van de knie. Omdat glucosamine een precursor is van glycosaminoglycanen, een belangrijke component van kraakbeen, is te verwachten dat glucosaminesuppletie helpt bij het herstel van kraakbeen en de behandeling van gewrichtsslijtage. Of glucosamine daadwerkelijk op deze manier werkt, is nog onduidelijk. Over het effect van glucosamine op de pijnbeleving en stijfheid bij artrose is vooralsnog geen uitsluitsel. Verder wordt geclaimd dat glucosaminesulfaat het verloop van de ziekte kan vertragen.
    In medisch wetenschappelijk onderzoek wordt meestal met een dosering van glucosaminesulfaat van 1500 mg per dag gewerkt. In voedingssupplementen komt glucosamine voor als glucosaminehydrochloride, glucosaminehydrochloride, of een combinatie van beide. De hoeveelheid elementair glucosamine in 1500 mg "glucosamine" hangt af van het zout waaraan het is gebonden. Echter met een omrekeningsfactor kan men de hoeveelheden van de verschillende glucosamines met elkaar vergelijken. Gaan we uit van de gebruikelijke dosering van 1500 mg glucosaminesulfaat; als men de hoeveelheid glucosaminehydrochloride met 1,286 vermenigvuldigt, komt men uit op de daarmee overeenstemmende hoeveelheid glucosaminesulfaat. Momenteel wordt gewerkt aan een uniforme manier van declareren op het etiket, waarbij alleen de hoeveelheid elementair glucosamine wordt vermeld, en het omrekenen overbodig wordt.
    Glucosamine wordt vaak verkocht in combinatie met andere, zwavel bevattende, ingrediënten, zoals chondroïtinesulfaat en methylsulfonylmethaan (MSM). Zwavel zou een belangrijke rol spelen bij het therapeutische effect van glucosamine.

    Wetenschappelijk blijkt dat nog geen sluitend advies kan worden gegeven over het gebruik van glucosamine bij artrose.


     

    Wierookboomolie

    Olibanum is een welriekende gomhars afkomstig van de wierookboom (Boswellia). Andere Boswellia soorten zijn: B. papyriferaB. thuriferaB. frereanaB. odorataB. neglectaB. dalzielli en B. bhaudajaim.




    Olibanumhars is een van de oudste wierookharsen die er bestaan. Het is tevens een van de meest algemene en wordt al zeker meer dan 3000 jaar als wierook gebruikt.
    Het woord olibanum is mogelijk afgeleid van het Arabische al-lubán dat de melk betekent; een mogelijke verwijzing naar het melkachtige sap dat uit de Boswellia boom stroomt na het maken van inkepingen. Een andere mogelijkheid is dat het een samentrekking is voor olie van Libanon; olibanum werd vanuit Libanon aan Europese handelaars verkocht.
    De boomhars heeft lange tijd gezorgd voor een grote welvaart in Zuid-Arabië. Dit gebied werd om die reden Arabia Felix, het blije Arabië, genoemd. Tot in de 20e eeuw was de Arabische wierook even kostbaar als goud. In vroeger tijden, ruim voor de jaartelling, werd het per karavaan of per schip tot aan India en het Middellandse Zeegebied vervoerd en verhandeld.
    Een boom van circa drie tot vier jaar oud wordt ingesneden. Dit houdt in dat een klein deel van de boomstam van zijn schors wordt ontdaan. Op die plaats vormt hars zich als witte druppels. De druppels verharden tot kristallen en worden met een mes van de boomwond geschraapt en verzameld. Dit is de meest zuivere wierook. Een mindere kwaliteit wordt gevormd door van de grond verzamelde hars.
    Stoomdistillatie van de hars geeft een lichtgele olie met een peperachtige geur.
    De Afrikaanse en Arabische wierook is als regel afkomstig van de Boswellia Sacra of de Boswellia carterii. Deze komt heden veel voor in Noordoost-Afrika (waaronder Ethiopië) en Zuidoost-Arabië (waaronder Oman). De Indische wierook wordt voornamelijk geleverd door deBoswellia serrata, een kleine boom in de dorre bergstreken van noordoostelijk India.
    Olibanum wordt als alternatieve geneeswijze onder andere gebruikt bij slijmvliesontsteking, blaasontsteking, aambeiën, onregelmatige menstruatie, zweren, bloedingen, bloedneus, het reinigen van wonden, verkoudheid, griep, astma, bronchitis, littekens, snijwonden, puistjes, angst, depressiviteit, nerveuze spanningen, ontstekingen, pijnlijke borsten, vette onreine huid en rimpels. Voor het gebruik ervan is de juiste toepassing van belang.



    Wetenschappelijk blijkt dat nog geen sluitend advies kan worden gegeven over het gebruik van olibanum.
    (overgenomen van www.axanova.nl)